berlijn-kerstberlijn-bezienswaardigheden-holocaust-monumentberlijn-bezienswaardigheden-berlijnse-muurberlijn-reichstag-kerstberlijn-bezienswaardigheden-dom-museuminselberlijn-bezienswaardigheden-spree

Van nederzetting tot Dertigjarige Oorlog (Berlijn tot 1648)

In vergelijking met andere (wereld)steden is Berlijn een jonge stad. De geschiedenis van de stad gaat terug tot 1237, toen voor het eerst melding werd gemaakt van het dorpje Cölln, en een document uit 1244, waarin Berlin voor het eerst wordt genoemd. De dubbelstad Berlin-Cölln zou later uitgroeien tot de wereldstad Berlijn. Dat ging echter niet zonder slag of stoot.

De middeleeuwse handelsstad 
De wortels van Berlijn moeten ergens rond het jaar 1200 liggen, toen zich in het moerasachtige gebied aan de Spree mensen vestigden en twee nederzettingen werden gesticht: Berlin en Cölln. Van die laatste nederzetting wordt voor het eerst melding gemaakt in een document uit 1237, Berlin wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1244. De plek is zeker niet toevallig: de Spree was hier doorwaadbaar en bovendien kruisten hier de wegen van de Elbe naar de Oder en die van Bohemen naar Sachsen. Omdat de dorpjes door aanvallen worden bedreigd gaan ze in 1307 samenwerken en vormen zo een stevig bolwerk tegen de Mongolen en nieuwe heersers uit Beieren die hun oog op het gebied hadden laten vallen.

Berlijn rond 1600Echt heel veel is over de oudste geschiedenis van Berlijn niet bekend. Uit de middeleeuwen zijn nog maar een paar sporen zichtbaar, vooral in en rond het 'Nikolaiviertel', dat haar naam dankt aan de Nikolaikerk die daar rond 1230 werd gesticht. Ook is nog een deel overgebleven van de Klosterkirche, waarvan de oorsprong teruggaat tot 1250 (de Klosterkirche werd op 3 april 1945 bij een bombardement grotendeels verwoest; Berlijn heeft besloten de ruïne te behouden als oorlogsmonument). Een klein deel van de vroegere stadsmuren van Berlijn is nu nog te vinden tussen de Klosterkirche en Stralauer Tor.
In de 14e eeuw is Berlijn uitgegroeid tot toonaangevende stad in de Mark Brandenburg. In 1360 sluit de dubbelstad Berlin-Cölln zich aan bij het Hanzeverbond, een samenwerkingsverband van handelssteden. In 1400 telt de stad 8.500 inwoners, 1.100 huizen, drie raadhuizen, drie ziekenhuizen en verschillende kerken en kloosters.

Residentie van keurvorsten 
In de 13e en 14e eeuw is de Mark Brandenburg een soort politiek niemandsland, waar roofridders al plunderend de dienst uitmaken. Het is uiteindelijk graaf Frederik VI van Nürnberg (1371-1440) uit het geslacht Hohenzollern die met zijn benoeming tot markgraaf in 1411 de strijd om de invloed op Berlin-Cölln beslecht. In 1415 wordt hij door koning Sigismund onder de naam Frederik I tot keurvorst (Kurfürst) van de Mark Brandenburg benoemd.

Frederik VI van NürnbergZeven keurvorsten - de aartsbisschoppen van Keulen, Mainz en Trier, de koning van Bohemen, de hertog van Sachsen, de markgraaf van Brandenburg en de palsgraaf van de Rijn - kozen de keizer van het Heilige Roomse Rijk, die als wereldlijk tegenhanger van de paus over Duitsland, Oostenrijk en Centraal-Europa heerste. Hiermee begint in Berlijn de Hohenzollern-dynastie, die als markgraaf en keurvorst van Brandenburg, later als koningen van Pruisen en uiteindelijk als Duitse keizer tot 1918 zou duren.

Frederik II
In 1432 besloten de tot dan zelfstandige steden Berlin en Cölln officieel te fuseren tot één stad. Frederik II, opvolger van de in 1440 overleden Frederik I, zag daarin een aantasting van zijn machtspositie en maakte de fusie in 1442 weer ongedaan, wat de kiem legde voor de "Berliner Unwille" (Berlijnse Verontwaardiging) waarin de vrijheidslievende Berlijners zich verzetten tegen de willekeur van hun landheren. Zijn plan om een kasteel op het eiland in de Spree te bouwen, waarvoor inwoners hun grond moesten afstaan, leidde er in 1448 zelfs toe dat de bouwplaats van het latere stadsslot uit protest onder water werd gezet. Het uiteindelijk tussen de partijen gesloten compromis bleek echter slecht voor de Berlijners uit te pakken, want in plaats dat de burgerlijke autonomie werd versterkt ging de keurvorst op zijn hele grondgebied juist tot felle acties tegen alle stedelijke vrijheden over.

In 1451 betrekt Frederik II uiteindelijk zijn nieuwe woonstede in Cölln. Als gevolg daarvan moet Berlin-Cölln haar status als Hanzestad opgeven en verlegt de economische activiteit van de stad zich van handel naar de productie van luxewaren voor de hofadel. Ondertussen groeit de stad door en tellen Berlin en Cölln aan het begin van de 16e eeuw samen 11.000 inwoners.

De jaren van de reformatie Standbeeld van Maarten Luther bij de Marienkirche
Op 31 oktober 1517 publiceert Maarten Luther zijn 95 stellingen, waarmee de reformatie begint. Anders dan bij de kerkvaders en de jonge keizer Karel V, die hem in de ban deden, vielen zijn stellingen bij de keurvorst Frederik I - mede, of misschien juist wel vooral, om politieke redenen - wel in goede aarde. Als keurvorst van Brandenburg en hertog van Pruisen Joachim II op 1 november 1539 in de Spandauer Nikolaikerk voor het eerst het avondmaal volgens de Lutherse riten viert, volgen de raad en burgers van Berlijn in een openbare ceremonie een dag later. In de zomer van 1540 wordt de reformatie door een nieuwe kerkverordening voor heel Brandenburg algemeen verbindend verklaard en is Berlijn vanaf dat moment ook officieel protestant. Inmiddels is in 1527 door keurvorst Albrecht ten westen van Berlijn een jachtgebied aangelegd: Tiergarten. Het begin van de stadsuitbreiding in westelijke richting.

In het kader van de secularisatie neemt Joachim II in 1539 alle kerkelijke bezittingen in beslag. Het daarmee verkregen kapitaal gebruikt hij om zijn grote projecten als de Spandau Citadel en de Kurfürstendamm - als verbindingsweg tussen zijn jachtslot in Grunewald en zijn residentie in het Berlijner stadsslot - te financieren. In 1573, twee jaar nadat in Cölln Berlijns oudste Gaststätte "Zum Nußbaum" wordt geopend, zou ook tussen Tiergarten en het stadsslot een verbindingsweg worden aangelegd, het latere Unter den Linden.

Dertigjarige oorlog 
In november 1618 brak in het Duitse Rijk de Dertigjarige Oorlog uit. Aanvankelijk begonnen als een klein conflict tussen de Standen van Bohemen en de Duitse keizer, spreidde de brand zich al snel uit over het hele rijk en werd het vanaf 1620 steeds meer een godsdienstoorlog. De Dertigjarige Oorlog wordt gezien als de laatste godsdienstoorlog op het Europese vasteland; nadat begin jaren dertig het thema geloof vrijwel geheel uit de oorlog was verdwenen streefden de oorlogvoerende partijen nog slechts politieke doelen na. 

Medaille van Engelbert Ketteler op de Westvaalse VredeToen in 1635 ook Frankrijk het strijdperk binnentrad kreeg de oorlog een Europees karakter. De Fransen wilden de omsingeling van Frankrijk door de Habsburgers doorbreken en zagen daartoe in de Dertigjarige Oorlog een welkome gelegenheid. In 1648 werd de Vrede van Westfalen getekend, waarna er na 30 jaar weer vrede binnen de grenzen van het Duitse Rijk kwam.

De oorlog was een enorme demografische en economische aderlating voor de Duitse staatjes waardoor andere staten zoals Engeland, Frankrijk en de Nederlandse Republiek in Europa konden gaan domineren. De oorlog liet Berlijn in een desolate toestand achter: een derde van alle huizen was verwoest of beschadigd en de bevolking was tot 6.000 zielen gehalveerd.

Vervolg: De hergeboorte van Berlijn (1648-1806)

Reageer op dit artikel
Mail de redactie
Share dit artikel op Facebook!
Tweet dit artikel op Twitter!
Deel dit artikel!


Timelapse Berlijn

One day in Berlin - mooie timelapse van een dag in Berlijn