Recept voor Bollenfleisch
De echte Berlijnse keuken is stevig eten. Een van de traditionele Berlijnse gerechten is Bollenfleisch: 'uienvlees'. Een stoofpotje van lamsvlees en (veel) ui, gekruid met knoflook en kummel. Je maakt het in ongeveer twee uur zelf.
Ingredienten:
1 kilogram puur schapenvlees (bij voorkeur van schouder of nek)
800 gram geschilde uien
60 gram vet (boter)
zout
peper
2 theelepels komijn
2 laurierblaadjes
1 teetje knoflook
Bereiding:
Pel de uien, snijd ze in plakjes en fruit ze in een flinke pan in de boter.
Het vlees in hapklare stukken snijden en aan de uien toevoegen. Even aanbraden.
Vervolgens water toevoegen, zodat het vlees net bedekt is. Doe er ruimhartig zout en peper bij en voeg de komijn, laurierblaadjes en uitgedrukte knoflook toe.
Laat dit alles even kort koken en daarna 1,5 uur pruttelen op een laag vuur laten.
Neem het vlees uit de pan, verwijder eventuele stukjes bot, snijd het vlees in kleine stukjes en doe het weer terug in de bouillon in de pan.
Het geheel nogmaals laten koken en opdienen in een terrine.
Is het Bollenfleisch te dun ('soepachtig') geworden, dik het dan in met wat aardappelmeel of maizena.
Bollenfleisch wordt traditioneel met aardappelpuree (dat in het Duits Kartoffelpüree en in het Berlijns Quetschkartoffeln heet) gegeten.
20 Minuten voor het Bollenfleisch gaar is de aardappelen in water met een beetje zout koken. Als ze gaar zijn de aardappelen schillen, een beetje van de bouillon van het Bollenfleisch toevoegen en stampen. Dien de aardappelpuree op in een schaal.
Berlijners maken op hun bord eerst een ring van aardappelpuree; het Bollenfleisch in het midden.
Vind je aardappelpuree niet lekker of het maken daarvan te veel werk, dan kun je de aardappelpuree ook vervangen door gekookte aardappelen (Salzkartoffeln). Voor de fris-zure smaak eet je er augurk en/of bietensalade bij.