





Reinickendorf
Reinickendorf ligt in het noordoosten van Berlijn en is vooral bekend om zijn natuur, bossen en meren. Maar in werkelijkheid is het een district van uitersten: je vindt er het enig landelijk gebleven dorpje van Berlijn, maar ook de wijk met de meeste hoogbouw van de stad. Maar waar je ook heengaat in Reinickendorf, een ding is zeker: je komt hier niet voor het hectische leven.
Het district Reinickendorf in Berlijn is 89,5 km2 groot en telt circa 250.000 inwoners. Tot het district behoren de stadsdelen Reinickendorf, Tegel, Konradshöhe, Heiligensee, Frohnau, Hermsdorf, Waidmannslust, Lübars, Wittenau, Märkisches Viertel en Borsigwalde.
> Reinickendorf
> Tegel
> Konradshöhe
> Heiligensee
> Frohnau
> Hermsdorf
> Waidmannslust
> Lübars
> Wittenau
> Märkisches Viertel
> Borsigwalde
Het district Reinickendorf bestaat uit de ieder op hun manier levendige stadsdelen Reinickendorf en Tegel, met daaromheen een groot aantal, van origine landelijke, kernen.
REINICKENDORF
Reinickendorf is een voor Berlijnse begrippen beetje raar stadsdeel: er is geen reden om er te komen, maar er is eigenlijk ook weinig reden om dat niet te doen. Reinickendorf heeft geen slot zoals Charlottenburg, geen homo-scene zoals Schöneberg en geen linkse relschoppers zoals Kreuzberg of Friedrichshain. Maar ook geen bioscoop, geen concertzaal en geen meer om in te zwemmen. Wel een zwembad: het Paracelsus-Bad.
Het rond 1230 gestichte dorp Reinickendorf dankt zijn naam naar alle waarschijnlijkheid aan een pachter die Reinhard heette. Het dorp wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1344; het heeft dan de naam Renekendorf. Resten van het oude dorp kun je nog vinden in een straat met de toepasselijke naam Alt-Reinickendorf. Erg veel resten zijn dat trouwens niet, omdat het grootste deel van het dorp in de Tweede Oorlog werd weggebombardeerd. De van origine uit de 15e eeuw stammende Dorfkirche Reinickendorf staat er in ieder geval nog wel.
In 1920 wordt het dorp officieel aan Berlijn toegevoegd. Niet voor de eerste keer, want het hoorde daar al eerder toe: van 1391 tot 1632 was het dorp immers al eigendom van de Raad van de Stad Berlijn, die het dorp -na het eerst verkocht te hebben- in 1710 weer terugkoopt en dan tot 1872 eigenaar blijft.De opkomst van de industrialisering in de 19e eeuw gaat ook niet aan Reinickendorf voorbij: het dorp wordt met een spoorbaan en twee grote wegen ontsloten en wordt daarmee definitief voorstad van Berlijn. Naar een plan van architect Otto Rudolf Salvisberg wordt in de jaren van 1920 de Witte Stad gebouwd die in 2008 op de werelderfgoedlijst van UNESCO wordt opgenomen.
Bezienswaardigheden:
- Dorfkirche Reinickendorf
- Weiße Stadt
TEGEL
Het dorp Tegel is ontstaan aan het uiteinde van een weg die op de Tegeler See, een uitloper van de rivier de Havel, dood liep. Dat moet rond 1237 zijn geweest. In 1322 is sprake van het kerkdorp Tygel. Hoewel je door haar ligging misschien anders zou verwachten is Tegel niet ontstaan als vissersdorpje. Dat wil zeggen: daar zijn nooit aanwijzingen voor gevonden.Bij toeristen is Tegel vooral bekend vanwege het daar gelegen gelijknamige vliegveld, gevestigd op een in 1827 tot schietbaan veranderd deel van de Jungfernheide. Voor Berlijners is het, met de Tegeler See en de Greenwichpromenade (waar ook het begin- en eindpunt van vele rondvaartboten is) en natuurlijk Schloss Tegel en het daarbij behorende park een geliefd toevluchtsoord. Tegel is genieten op of aan het water, op een boot, terras, of gewoon op het strand.
In Tegel staat niet alleen Berlijns oudste Gaststätte (de Alten Waldschänke, dat nu plaats biedt aan restaurant Wiesenstein), maar ook Berlijns oudste boom. Schloss Tegel was in 1558 oorspronkelijk als herenhuis gebouwd, maar werd in opdracht van Keurvorst Friedrich Wilhelm von Brandenburg tot jachthuis omgebouwd. Door het huwelijk tussen de uit een rijke hugenotenfamilie afkomstige Marie-Elisabeth Colomb en de Pruisische officier Alexander George von Humboldt, ouders van de latere natuurvorser en ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt (door Charles Darwin omschreven als "the greatest scientific traveler who ever lived") kwam het slot in juli 1766 in het familiebezit van de Von Humboldts.
Tussen 1820 en 1824 liet de broer van Alexander en latere oprichter van de Berlijnse Humboldt-Universität, Wilhelm von Humboldt, het slot door Karl Friedrich Schinkel in classisistische stijl verbouwen. Tot de dag van vandaag wordt het door nazaten van de Von Humboldts bewoond: momenteel is het de woonstede van Ulrich von Heinz (geen familie van).Het slotpark werd door de huisleraar van de Von Humboldts, Gottlob Johann Christian Kunth, aangelegd en na 1802 door Wilhelm von Humboldt verder ontwikkeld. In 1820 werd het park door landschapsarchitect Peter Joseph Lenné onder handen genomen. De in 1792 in oostwestelijke richting aangelegde lindenlaan, waaraan ook de ongeveer 400 jaar oude Wilhelm von Humboldt-eik staat, loopt naar het in 1829 aangelegde familiegraf van de Von Humboldts. Ook Alexander en Wilhelm von Humboldt zijn hier begraven; Elisabeth Colomb en Alexander George von Humboldt vonden hun laatste rustplaats in de Dorfkirche Falkenberg.
In het park staat ook Berlijns waarschijnlijk oudste boom: de 900 jaar oude "Dicke Marie", zoals de boom door de broers Von Humboldt naar hun kokkin werd genoemd. Het park werd in 1983 op de monumentenlijst geplaatst.Het is echter met name de machinefabriek van Borsig die een zwaar stempel op het hedendaagse Tegel heeft gedrukt. Na fabrieken in de Chausseestraße en Alt-Moabit opende dit familiebedrijf in 1898 ook een fabriek in Tegel. Door de ligging aan het water konden daar immers niet alleen treinen, maar ook stoomschepen worden vervaardigd.
Delen van de fabriek -waar in de Tweede Wereldoorlog ook oorlogstuig werd vervaardigd en die dus een geliefd doel voor bombardementen was- staan nog overeind, zoals de toegangspoort en Berlijns eerste wolkenkrabber, de 60 meter hoge Borsigturm die tot 2009 niet voor bezoekers toegankelijk was. De twee verdiepingen tellende lounge in de torenspits biedt een panoramisch uitzicht over de stad. Naast de toren is in een combinatie van verbouwde voormalige fabriekshallen en nieuwbouw het winkelcentrum Hallen am Borsigturm gevestigd. Bij U-Bahnhof Borsigwerke vind je nog de oude toegangspoort tot het fabrieksterrein.
Om arbeiders naar het noorden te trekken bouwde Ernst Borsig de arbeiderswijk Borsigwalde. Voor zichzelf liet hij op het schiereiland Reiherwerder een eenvoudig landhuis -de tegenwoordige Alte Villa- bouwen die in 1908 gereed was. Al snel voldeed deze echter niet meer, waarop hij de architecten Alfred Salinger en Eugen Schmohl opdracht gaf op Reiherwerder een nieuwe representatieve villa te ontwerpen.
Het pand was in 1913 gereed, waarna de familie Borsig er tot 1937 woonde. Na de dood van Ernst Borsig werd het huis aan het Duitse Rijk verkocht. Toen de Duitse regering van Bonn naar Berlijn verhuisde wilde Helmut Kohl dat dit huis de ambtswoning van de Bundeskanzler zou worden. Villa Borsig is nu in handen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat er diplomaten opleidt en het gebruikt als gastenhuis. Noch de villa, noch de bijbehorende tuin zijn publiekelijk toegankelijk.
Tegel is ook een prima stadsdeel om van het water te genieten. Houd er wel rekening mee dat dit lang niet overal is toegestaan, of dat je toegang moet betalen, zoals bij Freibad Tegeler See. En waar een stukje strand "vrij" is, is het er al snel een drukte van belang. Maar gelukkig ligt pal naast het viegveld nog de Flughafensee, die vier stranden en een heleboek baaitjes heeft. Je komt hier van alles tegen en je kunt er zelfs naakt recreëren (in Duitsland FKK genoemd, een afkorting van Freikörperkultur), of wild kamperen. Het schijnt niemand te deren. Het dichtstbijgelegen U-Bahnhof is Otisstraße (U6).
Bezienswaardigheden:
- Schloss Tegel
- Schlosspark Tegel
- Alten Waldschänke
- Borsigturm
- Villa Borsig
- neue Tegeler Hafen
Places to be:
- GreenwichpromenadeKONRADSHÖHE
De ontstaansgeschiedenis van Konradshöhe is een wat merkwaardige. Zoals zovelen in die tijd wordt ook meester koperslager August Friedrich Theodor Rohmann aangetrokken door de noordelijke stadsuitbreiding met zijn lage grondprijzen en de aanwezigheid van veel natuur. Hij koopt er in 1865 een stuk grond, waarop hij een kopermolen bouwt. Met instemming van de autoriteiten vernoemt hij zijn gebouwen in 1868 naar zijn daar geboren zoon Conrad.
Als de zaken niet zo blijken te lopen als hij had gehoopt besluit hij van het geheel een Gaststätte te maken die in 1891 onder de naam Konradshöher Terrassen wordt geopend. Door de verkoop van een aantal percelen ontstaat een dorpje en is Konradshöhe geboren. Het telt nu ongeveer 6.000 inwoners.
Aan de oostelijke oever -aan de kant van Tegel- van de Tegeler See zijn maar betrekkelijk weinig plaatsen waar je kunt baden. Het is er dus altijd druk. Dan kun je beter naar de westelijke oever gaan, zoals naar Konradshöhe, wat een waar badparadijs is. Bovendien kun je hier in het water plonsen zonder je portemonnee te hoeven trekken. Of het zou moeten zijn voor een drankje in een van de vele Gasthäuser, die zich bij het strand hebben gevestigd. Er is een veertje naar Hakenfelde, Spandau, dat de hele dag heen en weer vaart. Het neemt ook auto's mee. De overtocht duurt ongeveer vijf minuten.
Places to be:
- aan het water
HEILIGENSEE
Het oorspronkelijke dorp ligt tussen de Havel en de Heiligensee, naamgever van het dorpje. In 1308 wordt er voor het eerst melding van gemaakt, als Hyelegense. In 1352 telt het dorp 61 boerderijen en een Krug (Gaststätte). Vonden de inwoners in de jaren 1920 nog voornamelijk werk in de landbouw, nu vult de firma Underberg hier flesjes Boonekamp (kruidenbitter) en maakt Tetra-Pak hier haar verpakkingen. In de jaren 1930 werd voor arbeiders van de Borsigfabriek hier de Borsigwijk gebouwd.
Toeristen hebben in Heiligensee niets, maar dan ook niets te zoeken. En je kunt je zelfs afvragen wat de inwoners van Heiligensee zelf er te zoeken hebben. Van de oude dorpskern is niet veel meer over. Wat er nog van rest vind je in de Straße Alt-Heiligensee. Ook het meertje is volledig oninteressant, want een volledig omheind privemeertje.
FROHNAU
De plannen voor Frohnau stammen uit 1907, toen de Berliner Terrain-Centrale het bosgebied links en rechts van de Berliner Nordbahn aankocht. Tussen 1908 en 1910 werd de tuinstad Frohnau ontwikkeld en werden percelen bouwgrond aangeboden. Op 7 mei 1910 werd de opening van de nederzetting gevierd, maar de in 1914 uitgebroken Eerste Wereldoorlog gooide roet in het eten: de verkoop van percelen stokte. De meeste huizen die het dorp telt werden in het interbellum gebouwd.
De 27 meter hoge watertoren bij het S-Bahnhof is het meest in het oog springende gebouw. Aan het eind van de Edelhofdamm staat het Buddhistische Haus, het eerste boeddhistische centrum in Europa, dat in 1924 werd gesticht.
HERMSDORFIn 1230 namen Duitse nieuwkomers het aan het eind van de 12e eeuw gestichte slavische dorpje Hermsdorf in bezit. Zoals in die tijd gebruikelijk bouwden ze er een (houten) kerkje, dat in 1756 werd afgebroken en door een nieuwe vakwerkkerk op de plek van de huidige Dorfkirche Hermsdorf werd vervangen. De historische, als monument beschermde oude dorpskern bevindt zich aan het oostelijke einde van de Straße Alt-Hermsdorf.
Ten tijde van het nationaalsocialisme waren er in Hermsdorf vijf Arbeitslager. Door de inzet van mannen aan het front had de oorlogsindustrie een groot tekort aan arbeidskrachten. Aanvankelijk werd dit opgelost door mensen uit het buitenland onder valse voorwendselen te lokken (Fremdarbeiter), later werden dwangarbeiders ingezet. In 1942 kwamen de eersten naar Hermsdorf, waar het merendeel bij de HESCHO-fabriek te werk werd gesteld. De werk-en leefomstandigheden waren zeer slecht; van de 3.568 gast- en dwangarbeiders die in Hermsdorf werkten kwamen er voorzover bekend 62 om het leven, waaronder 33 kinderen. Het merendeel van hen werd op het kerkhof van Hermsdorf begraven, waar ook een gedenkteken deze herinnering levend houdt.
Hoewel Hermsdorf vanouds een landelijk dorpje met vakwerkhuizen is vind je er tegenwoordig tussen de meer traditionele huizen ook veel 'gedurfde', nieuwe, avontuurlijke bouwstijlen.
In het zuidwesten van het dorp staat de jeugdherberg Ernst Reuter.WAIDMANNSLUST
Haar naam dankt Waidmannslust aan houthakker en herbergier Ernst Bondick die hier in 1875 midden in het bos de Gaststätte Waidmannslust opende. In 1884 kreeg het villadorp haar eigen station aan de Berliner Nordbahn. Nog steeds vind je er veel villas en landhuizen; de hoogbouw stamt uit de jaren 1966-1971.
Na de oorlog werd er een woonwijk voor de Franse geallieerde medewerkers gebouwd; vandaar de typisch blauwe Franse straatnaamborden, met -uiteraard- Franse straatnamen. Dianastraße 44-46 was de officiële residentie van de Franse ambassadeur en tot 1994 was de villa Bondickstraße 1 de Résidence du Général. Toen de geallieerden na de Duitse eenwording vertrokken bleven er in Reinickendorf zo'n 9.000 Fransen wonen, waarvan het merendeel in Waidmannslust. 10.000 inwoners, een kerk (de Königin-Luise-Kirche), een supermakt, een bouwmarkt en een Burger King en dan heb je het wel zo ongeveer gehad.
LÜBARS Lübars werd in 1230 gesticht en behoorde tot het Benediktinerinnenkloster St. Marien in Spandau, dat ergens ten zuiden buiten de muren van de Stadt Spandau moet hebben gelegen, en in 1558 ten gevolge van de reformatie werd ontbonden.
In West-Berlijn gold Lübars tot de val van de muur als curiositeit, omdat het het enige dorp was dat binnen de metropool Berlijn haar landelijke karakter had behouden. Het was een van de weinige plekken waar je nog boeren aan het werk kon zien. Dat landelijk karakter heeft Lübars nog steeds: het wordt hoofdzakelijk bezocht vanwege de vele natuur die hier is. Je kunt er ook paarden huren. Zwemmen kun je in het Strandbad Lübars.
WITTENAU
Wittenau was niet altijd Wittenau. Het iets voor 1230 gestichte dorpje, toen net als Lübars behorend tot het Benediktinerinnenkloster St. Marien in Spandau, heette tot 1905 Dalldorf en had haar eigen gekkenhuis. Officiële naam: Irrenanstalt Dalldorf bei Berlin met ruimte voor 1.200 patiënten. Dalldorf zelf telde toen slechts 700 inwoners.
De Dalldorfers hadden genoeg van de negatieve associatie van hun dorpsnaam met het gekkenhuis en vroegen in 1903 de Landrat het dorp een andere naam te geven. Na twee jaar studie mocht het dorp zich met instemming van keizer Wilhelm II vanaf 23 augustus 1905 Wittenau noemen, naar de populaire Landwirt Peter Witte. Veel zal het niet geholpen hebben, omdat ook de inrichting haar naam veranderde en Wittenauer Heilstätten kwam te heten, waardoor nu niet langer het woord Dalldorf, maar Wittenau als synoniem voor gekkenhuis werd gebruikt.Het ziekenhuis was in de 17e eeuw ontstaan als Grosses Friedrichs-Hospital. De in oorkonden uit die tijd als "de gekken en dolle mensen" omschreven krankzinnigen werden er echter niet medisch behandeld maar ingesloten, zodat ze voor de bevolking geen gevaar zouden opleveren.
De Wittenauer Heilstätten kwam een belangrijke rol te spelen in de plannen van de nationaalsocialisten. Gebruikmakend van de in 1933 uitgevaardigde Gesetzes zur Wiederherstellung des Berufsbeamtentums ontsloeg de kliniek een groot aantal medewerkers. Om hun aantal na deze 'zuivering' weer op het gewenste niveau te brengen werden, zonder acht te slaan op hun kwalificaties, leden van Hitler's partij -de NSDAP- ingezet.
Toen op 1 januari 1934 de Gesetzes zur Verhütung erbkranken Nachwuchses van kracht werd zetten de Wittenauer psychiaters zich nadrukkelijk voor de uitvoering daarvan in. Tussen april 1934 en september 1938 dienden ze bij de Erbgesundheitsgerichten (Rechtbanken voor Erfelijke Gezondheid) 1.828 aanvragen voor gedwongen sterilisatie in; tot het eind van de oorlog zouden dat er meer dan 2.000 zijn. De sterilisaties zelf werden uitgevoerd in Berlijnse ziekenhuizen.
Met een op 1 september 1939 -de dag dat de Tweede Wereldoorlog begon- in werking tredende verordening waarin werd voorgeschreven alleen nog in dringende gevallen te steriliseren en een (voorgedateerd) euthanasiebesluit van diezelfde dag lag vervolgens de weg open om over te gaan tot de vernietiging van "onwaardig leven". Later zou dit programma Aktion T4 worden genoemd naar het adres van de organisatie, die met de uitvoering van het programma was belast: de Zentraldienststelle op Tiergartenstraße 4 in Berlijn.
Doel van het programma was het behouden van de genetische zuiverheid van het Germaanse volk door het systematisch vermoorden van mensen die misvormd of gehandicapt waren of die leden aan een vorm van psychiatrische ziekte. Onder het Aktion T4-programma werden naar schatting 200.000 mensen om het leven gebracht.
Hoewel Wittenauer Heilstätten niet behoorde tot de zes instellingen die werden ingericht om op grote schaal uitvoering aan het Aktion T4-programma te geven is het waarschijnlijk dat ook hier aan dit programma is deelgenomen. Niet alleen was de kliniek betrokken bij de voorbereidende besprekingen met Philipp Bouhler, gedurende de periode dat het programma officieel werd uitgevoerd (op 18 augustus 1941 liet Hitler het stlleggen, maar het werd in het geheim voortgezet) telde Wittenauer Heilstätten een ongewoon hoog aantal doden, die voornamelijk aan "allgemeiner Kräfteverfall" zouden zijn overleden. Onder hen veel joden en buitenlanders.
Daarnaast speelde Wittenauer Heilstätten een belangrijke rol als 'tussenstation' voor patienten die er werden opgenomen en enige tijd later naar elders op transport werden gesteld. Volgens de boeken van Heil- und Pflegeanstalt Obrawalde, een tussenstation naar Tötungsanstalt Pirna-Sonnenstein, waren er eind 1944 uit Wittenau 2.013 afkomstig.
In 1957 werd Wittenauer Heilstätten omgedoopt tot Karl-Bonhoeffer-Heilstätten en later tot Karl-Bonhoeffer-Nervenklinik. De kliniek ging zich onder meer toeleggen op verslavingszorg. Hij stond daardoor in de volksmond al snel bekend als Bonnies Ranch. Onder meer Vera Christiane Felscherinow (beter bekend als Christiane F. van het autobiografische Wir Kinder vom Bahnhof Zoo) werd hier behandeld.
Met de verhuizing in 2006 van de verslavingszorg naar Standort Nordgraben van de Humboldt-Kliniek, kwam er een einde aan de Karl-Bonhoeffer-Nervenklinik. Overgebleven is het Vivantes Humboldt-Klinikum, dat functioneert als algemeen ziekenhuis binnen het Vivantes-concern. Het pand van de Karl-Bonhoeffer-Nervenklinik werd in 1990 aan de monumentenlijst toegevoegd.Ook in Wittenau vind je Cité Foch (in het begin ook Cité Toucoulou genaamd), dat tussen 1952 en 1976 werd gebouwd als woonwijk voor de Franse strijdkrachten in Berlijn en hun familie. Ook hier, net als in Waidmannslust, Franse straatnamen. Na de val van de muur, de Duitse hereniging en daarmee het vertrek van het Franse leger uit Berlijn ontwikkelt deze wijk zich langzaamaan tot spookdorp: zeker een kwart van de woningen staat leeg.
Zoiets als een centrum kennen ze in Wittenau niet. Het stadsdeel biedt een mix van oude boerderijen en industriële gebouwen. De oude dorpskern wordt gekenmerkt door de stenen kerk, die werd gebouwd rond het jaar 1480. Het is het oudste bewaard gebleven gebouw in Wittenau.
In Wittenau staat het oude stadhuis van Reinickendorf, Rathaus Wittenau, dat werd gebouwd in 1911. Het is beschermd. In de hal, hoe kan het anders, een portret van Peter Witte.
Bezienswaardigheden:
- Dorfkirche_Wittenau
- Rathaus Wittenau
- Karl-Bonhoeffer-Nervenklinik
- Cité Foch
MÄRKISCHES VIERTEL
De satellietstad Märkische Viertel werd tussen 1963 en 1974 ten oosten van het Wittenauer deel van de Nordbahn gebouwd. Het was het eerste grootschalige woningbouwproject in West-Berlijn: 17.000 woningen die huisvesting moesten bieden aan 50.000 mensen. Was het Märkische Viertel aanvankelijk een wijk in het stadsdeel Wittenau, sinds 1999 is het een volwaardig stadsdeel van het district Reinickendorf.
Al in 1952 bestaan er plannen voor bebouwing van het Märkische Viertel, maar pas als in 1960 een stedebouwkundig plan voor het nieuwe stadsdeel wordt gepresenteerd komt er echt schot in de zaak. De wijk wordt, net als de uit de ongeveer zelfde tijd stammende Bijlmermeer bij Amsterdam, opgezet volgens de modernste inzichten van die tijd. Langgerekte flatgebouwen en grote vlakken groen en water bepalen het beeld. En voor de bewoners zijn alle voorzieningen in de directe nabijheid: winkelcentrum, cultureel centrum, sportfaciliteiten, zwembad, kerken, scholen, recreatiegebieden ....Als in de zomer van 1964 de eerste huizen worden opgeleverd is iedereen laaiend enthousiast over de wijk. Dat zou echter snel veranderen. De ontwikkeling van de infrastrucuur kon geen gelijke tred houden met de snelle woningbouw en blijkt onvoldoende, waardoor veel praktische problemen ontstonden. Daarnaast kwamen veel nieuwe inwoners uit oudbouw of saneringsgebieden en hadden min of meer gedwongen de hun vertrouwde wijk moeten verlaten; de bevolkingsopbouw was eenzijdig en van sociale cohesie was niet veel sprake. En -last but not least - wijzigden de stedebouwkundige en architectonische opvattingen: grote woningbouwprojecten waren niet langer 'sexy', de aandacht werd verlegd naar kleinere, binnenstedelijke gebieden.
Het maakt na veertig jaar grotere en kleinere ingrepen noodzakelijk. De infrastructuur wordt aangevuld en uitgebreid en aan de woningen worden aanpassingen gepleegd om ze vriendelijker en minder anoniem te maken. Het marktplein voor het Kulturzentrum Fontanehaus wordt vernieuwd en voorzien van een bronzen fontein gebouwd en het wordt makkelijker gemaakt in de wijk (kleine) winkeltjes te vestigen.
Uniek voor het Märkischen Viertel blijft de hoeveelheid flats. En dat is dan ook precies waarom het Märkische Viertel in heel Berlijn wereldberoemd is: flats, flats, flats. Inkopen doe je er in het Märkischen Zentrum aan de Wilhelmsruher Damm en recreëren bij het Seggeluchbecken, dat duidelijk niet ontworpen is om in te zwemmen. En er zijn zelfs cafes. Maar hey, het is dan ook geen Kreuzberg.
Misschien is het wel daarom dat Berlijners het Märkischen Viertel afkorten tot MV: Merkwürdiges Viertel.
BORSIGWALDE
Door de verhuizing van de firma Borsig naar Tegel in 1898 moest voor de ongeveer 4.800 werknemers en 500 'losse' medewerkers van het bedrijf huisvesting worden gevonden. Die was in de buurt van de fabriek natuurlijk niet voorhanden, zodat werd besloten in de buurt een een 'arbeidersnederzetting' te bouwen. Een speciaal daarvoor opgerichte onderneming kocht daarvoor van de gemeente Dalldorf 200 hectare weidegrond en ging aan de slag. Ongeveer een jaar nadat de nieuwe fabriek in gebruik was genomen konden de eerste woningen worden betrokken.
Omdat de arbeidersbuurt in Dalldorf gevestigd was en de gebruikelijke associatie met het daar gevestigde 'gekkenhuis' natuurlijk bekend (maar ook ongewenst) was wordt voor de wijk gezocht naar een naam die geen associaties met Dalldorf zou oproepen. De gebroeders Conrad en Ernst Borsig geven toestemming om hun achternaam aan de nieuwe wijk te verbinden, zodat de wijk officieel de naam 'Borsigwalde' kan krijgen. Administratief blijft de nederzetting natuurlijk wel tot Dalldorf -en later Wittenau- behoren.
Op 24 april 2012 besluit het bestuur van het district Reinickendorf om Borsigwalde tot het 11e stadsdeel van het district te verklaren. Op 18 mei 2012 wordt dit besluit officieel afgekondigd.
Informatie:
Website van het Bezirksamt Reinickendorf